Citroën 10HP / B14
André Citroën schafte in 1924 persen aan in Amerika,
om geheel stalen carrosserieën te maken.
Hiermee werden de B10 en B12 Tout Acier voorzien,
en toen in 1926 een nieuw type Citroen op de markt zou verschijnen,
waren de persen nog niet afgeschreven.
Het gevolg hiervan was dat de B14, die in oktober 1926 werd geïntroduceerd, aan de buitenkant bijna gelijk was aan de B10/12 types; alleen werd de nogal spitse grille vervangen door een platte bij de B14-serie.
Buiten de koets werd er toch wel wat veranderd; de motor werd opgeboord van 1452cc tot 1538 cc bij de B14, maar onderging verder geen wijzigingen. Om tot een flinke gewichtsbesparing te komen werd het chassis lichter gemaakt; zó erg zelfs, dat het een half jaar later weer verzwaard moest worden! Dit type ging B14F heten, en naast de eerder genoemde ver-zwaring werd het chassis ook een weinig verlaagd. De carrosserie bleef gelijk, en de enige technische verandering betrof de montage van Westinghouse-servoremmen; iets wat alleen op de duurste Amerikaanse automobielen standaard was.
De B14 blijkt wederom voor Citroën een enorm succes te zijn; de dagproduktie bedraagt 400 stuks. Als er 60.000 B14 (F)’s gemaakt zijn, blijken de persen economisch afgeschreven te zijn, en mogen de stylisten aan het werk; dit resulteert in een veel rondere B14G; zij doet haar intrede op de salon van 1927. Technisch is zij zo goed als ongewijzigd. In september zal zij verdrongen gaan worden door de C4/C6-serie. Zoals het bij Citroën destijds goed gebruik was, wordt ook de B14-serie in veel carrosserie-varianten leverbaar; Torpedo’s, berlines, familiales, Landaulettes, Taxi’s, boulangères, camionettes, etc. Wellicht is het interessant om de volgende twee types eruit te lichten: de Coach en de Caddy.
De coach was een 2-deurs vierzits berline; ondanks dat er al een flink aantal op papier verkocht was, ging Citroën(om onbekende reden) niet over tot fabricage van deze elegante auto. Een B14 Caddy zullen de meesten onder U wel kennen; er staat er 1 in Lips’ Autotron. Twee Citroën-naslagwerken zeggen m.b.t. de B14 Caddy iets tegenstrijdigs; René Bellu (Tst les Citroën) gelooft dat het een individuele aktie was van de koetsbouwer die de carrosserieën van de B2 Caddy maakte, om zo van zijn oude stock af te komen. Pierre Dumont (Quai de Javel/Quai André Citroën) denkt wèl dat Citroën zich met de fabricage en verkoop bemoeide, al komt de auto in geen enkele prijslijst voor. Ondanks het feit dat Bellu’s gegevens over het algemeen geloofwaardiger voorkomen, meen ik dat Dumont hier gelijk heeft.
Naast dat zich in het clubarchief een foto bevindt van een B14 Caddy op de Citroën stand van de ‘27er RAI, kreeg ik van Citroën Nederland een dealercirculaire (dd. 04-02-1929) onder ogen, waarin 8 agenten overjarige fabrieksnieuwe B14G’s krijgen aangeboden; hierbij zijn DRIE Caddy’s (2 blauw/crème en 1 rood/crème) voor van f 1900,- p.st. ('den uitersten netto prijs').
Voor het verre-oosten is een speciale serie van 1200 B14G’s met rechts stuur gemaakt, officieus B18 genaamd. Omdat men in het verre-oosten alleen karresporen had, werd de spoorbreedte vergroot met 19 cm (tot 1,42 m), en zij kreeg daardoor ook bredere spatborden. Toen deze wagens klaar waren om verscheept te worden, bleek dat het gehele projekt niet doorging. De auto’s werden toen maar in Frankrijk verkocht.
In het boek "Toutes les Citroën" van René Bellu staan afbeeldingen van alle geproduceerde modellen van 1924 - 1925
Citroën B14 technische informatie
Aantal versnellingen |
3 + achteruit |
||
- verhouding 1e |
0,312 |
||
- verhouding 2e |
0,537 |
||
- verhouding 3e |
1 |
||
- verhouding achteruit |
0,235 |
||
Kroonwiel x pignon |
10 x 49 |
||
Vering |
1/2 elliptische bladveren |
||
Benzinepomp |
geen |
||
Waterpomp |
geen |
||
Bandenmaat B14 (F) |
Hielband 730 x 130 |
||
Bandenmaat B14 G |
13 x 45 |
||
- bandenspanning vóór |
1,75 Bar |
||
- bandenspanning achter |
2,25 Bar |
||
Wielvlucht |
1º 9’ |
||
Fuséehelling |
1 à 2º |
||
Sporing |
5 à 6 mm toe |
||
Maten: |
|||
- wielbasis |
2,87 m |
||
- wielbasis familiale |
3,05 m |
||
- spoorbreedte |
1,23 m |
||
Lengte (C I) |
4,00 m |
||
Lengte Familiale |
4,18 m |
||
Breedte |
1,41 m |
||
Hoogte |
1,80 m |
||
Gewicht B14 |
1050 kg |
||
Gewicht B14F/G |
1100 kg |
||
Carterinhoud |
4 liter |
||
Koelsysteeminhoud |
8 liter |
||
Inhoud benzinetank |
30 liter |
||
Maximumsnelheid |
80 km/u |
||
Jaren van productie |
1926 - 1928 |
||
Chassisnummers 1926 B14 |
250.000 - 260.000 |
||
Chassisnummers 1927 B14F |
260.001 - 301.000 |
||
Chassisnummers 1927 B14G |
301.001 - 324.800 |
||
Chassisnummers 1928 B14G |
324.801 - 368.159 |
||
Aantal cilinders |
4 |
||
Boring |
70 mm |
||
Slag |
100 mm |
||
Cilinderinhoud |
1538 cc |
||
Fiscale PK’s |
9 |
||
Echte pk / toeren per minuut |
22 / 2300 |
||
Ontsteking |
Magnéto |
||
Ontstekingsvolgorde |
1-3-4-2 |
||
Carburateur Solex |
26 BFHG |
26 HBFG |
26 GHF |
- hoofdsproeier |
100 |
100 |
105 |
- mengbuis |
51 |
230 |
220 |
- stationairsproeier |
55 |
50 |
45 |
- startluchtsproeier |
4,5 |
4,5 |
4,5 |
- startbenzinesproeier |
140 |
140 |
140 |
- vlottergewicht |
26 gr |
26 gr |
26 gr |
- vlotternaald ø |
2 |
2 |
2 |
Koppeling |
droog enkelvoudig |
||
- drukveren |
6 |
||
- lengte |
48 mm |
||
- buitendiameter |
18,5 + 0,5 |
Voor technische informatie in de Franse taal hebben wij voor u
de volgende links: