Citroën Type A
In april 1919 is het ontwerp van de 10cv,
eigenlijk een 8cv, klaar.
Jules Salomon heeft het ontwerp voor een geheel nieuw,
robuuster, completer uitgerust en economischere auto
dan welk ander merk.
In eerste instantie wilde André een 18cv schuivenmotor bouwen,
maar ziet al gauw in dat deze in serie
productie niet te maken is.
Hij kiest dan ook voor een 10cv versie.
Direct, eind april van dat jaar, wordt begonnen met de publiciteit en de auto wordt aangeprezen voor 7950 Franc,
een werkelijk zeer lage prijs.
De bestellingen stromen binnen, maar door een “iets” te strakke kostencalculatie moeten deze auto’s verkocht
worden voor een prijs ruim 3000 Francs hoger dan de afgegeven prijs.
Dat was echter nog goedkoop, vergeleken met de concurrentie.
Daar er zo’n behoefte aan de wagen was, slikte een ieder de prijsverhoging, alhoewel in het koopcontract de lage prijs was vastgesteld.....
De auto is een sensatie; Ze heeft een bedrijfszekerheid die ongekend is en men kan rustig duizenden kilometers rijden zonder de garage te bezoeken. Daarvoor was het “normaal” dat een auto na een lange rit opnieuw afgesteld moest worden. De A wordt enorm populair; werden er in 1919 “slechts” 2500 gebouwd, in 1920 kende een productie aantal van ruim 20.000 stuks!
De auto is aanvankelijk alleen maar als torpédo verkrijgbaar, maar later worden een 3 Berline (conduite interieure), een coupé, een coupé de ville (met een dicht achtercompartiment) en een bestel versie leverbaar.
De torpédo en coupé zijn korte tijd op een kort chassis leverbaar geweest; wielbasis was 2 meter 55, lengte 3 meter 40.
Alhoewel André Citroën autosport verafschuwde, wordt in oktober 1920 de A “sport” geïntroduceerd, die leverbaar is in 2 versies. Te weten; de “luxe” is technisch identiek aan de A torpédo, maar de “Speciale” wijkt af op vele punten van de gewone A.Met een cilinder inhoud van 1452 cc, kopkleppen, 22 “echte” pk’s, dubbele ontsteking, een ventilator en achterschokbrekers stelden deze auto in staat een maximum snelheid van 75 km/u te halen. Zij kostte echter wel bijna het dubbele van de torpédo 8cv. In juni 1921 wordt de A vervangen door de B2.
Een type A is te onderscheiden door haar aflopende neus met lage radiator en geheel rechthoekige deuren; deze beide kenmerken gelden echter niet voor de “sport” types.
In Nederland was de A ook redelijk populair. Carrossier Met uit Alkmaar bouwde een aantal houten, met leer bespannen koetsen voor deze eerste Citroën.
Technische gegevens Type A |
|||
Jaren van produktie |
1919 - 1921 |
||
hassisnummers 1919 |
jan-00 |
||
Chassisnummers 1920 |
2501 – 22.700 |
||
Chassisnummers 1921 |
22.701 – 28.400 |
||
Aantal cilinders |
4 |
||
Boring |
65 mm |
||
Slag |
100 mm |
||
Cilinderinhoud |
1327 cc |
||
Fiscale PK’s |
8 |
||
Echte PK/toeren per minuut |
18/2100 |
||
Watercirculatie d.m.v. |
“thermosiphon” |
||
Ontsteking |
RB-Magnéto |
||
Onstekingvolgorde |
1-3-4-2 |
||
Carborateur SOLEX |
26BFHG |
26HBFG |
26 GHF |
Hoofdsproeier |
85/90 |
90 |
105 |
Mengbuis |
51 |
230 |
220 |
Stationairsproeier |
50 |
50 |
45 |
Startluchtsproeier |
4,5 |
4,5 |
4,5 |
Startbenzinesproeier |
140 |
140 |
140 |
Vlottergewicht |
26 gr |
26 gr |
26 gr |
Vlotternaald |
2 |
2 |
2 |
Inhoud benzinetank |
25 liter |
||
Koppeling |
Enkelvoudig, droog |
||
Drukveren |
6 |
||
Lengte |
54 mm |
||
Buiten diameter |
18,5 +/- 0,5 |
||
Aantal versnellingen |
3 + a |
||
Verhouding 1e |
0,312 |
||
Verhouding 2e |
0,537 |
||
Verhouding 3e |
1 |
||
Verhouding achteruit |
0,235 |
||
Vering |
¼ elliptische bladveren |
||
Schokbrekers |
Geen |
||
Banden / wielmaat |
Hielband 710 x 90 |
||
Bandenspanning voor |
4 |
||
Bandenspanning achter |
4,5 |
||
Wielvlucht |
2° 18` |
||
Fuséehelling |
1 à 2° |
||
Sporing |
5 à 6 mm toe |
||
Lengte |
4,00 m |
||
Breedte |
1,41 m |
||
Hoogte |
1,75 m |
||
Wielbasis |
2,35 m |
||
Spoorbreedte |
1,19 m |
||
Gewicht chassis |
565 kg |
||
Totaal gewicht |
810 kg |
||
Maximum laadvermogen |
310 kg |
||
Maximum snelheid |
65 km / u |
||
Benzine verbruik |
01:13,3 |
||
olieverbruik |
1:400km |
Franse site Citroën 10 Hp type A